Eigenaar: “Goedemorgen Coco!”.
Coco: “…”
Eigenaar: “Heb je lekker geslapen?”.
Coco: “…”
Eigenaar: “Hier, een walnootje. Lekker hè?”.
Coco: “…”
Eigenaar: “Lekker hè?”.
Coco: “…”
Eigenaar: “Ja, dat is lekker hè, zo’n walnootje?”.
Coco: “…”
Eigenaar: “Het was ook wel de lekkerste die ik kon vinden hoor”.
Coco: “…”
Eigenaar: “Eet maar lekker op”.
Coco: “…”
Eigenaar: “Nou, ik ga even weg. Maar ik ben zo terug”.
Coco: “…”
Eigenaar: “Dahaag Coco!”
Coco: “…”
Eigenaar verlaat het pand.
Coco: “Goedemorgen! Lekker slapen! Lekker nootje! Lekker hè? Goedemorgen! Lekker eten Coco! Dahaag! Dahaag! Nootje lekker slapen! Coco hè? Slaap lekker! Goedemorgen! Dahaag! Lekker hè? Coco nootje! Lekker nootje! Lekker hè? Goedemorgen! Lekker eten Coco! Dahaag! Dahaag! Coco hè? Nootje lekker slapen! Coco nootje! Slaap lekker! Goedemorgen! Dahaag! Lekker hè?”.